Voorwerpen - Things

 0    36 adatlap    Engnl1
letöltés mp3 Nyomtatás játszik ellenőrizze magát
 
kérdés válasz
het ding
Geef me dat ding.
kezdjen tanulni
thing
Give me that thing.
niets
Er is niets interessants in deze stad.
kezdjen tanulni
nothing
There is nothing interesting in this city.
iets
Ik wil graag iets eten.
kezdjen tanulni
something
I'd like to eat something.
iemand
Heb je iemand leren kennen?
kezdjen tanulni
somebody
Have you met somebody?
de geldautomaat
Waar kan ik een geldautomaat vinden?
kezdjen tanulni
cash machine
Where can I find a cash machine?
het huis
Is dat je huis?
kezdjen tanulni
house
Is this your house?
de informatie
Waar kan ik meer informatie verkrijgen?
kezdjen tanulni
information
Where can I get more information?
het eten
Ik moet wat eten kopen.
kezdjen tanulni
food
I must buy some food.
het ontbijt
Wat wil je voor het ontbijt eten?
kezdjen tanulni
breakfast
What do you want for breakfast?
de lunch
De lunch is nog niet klaar.
kezdjen tanulni
dinner
The dinner is not ready yet.
het avondeten
Het avondeten is om 8 uur.
kezdjen tanulni
supper
The supper is at 8 o'clock.
de koffie
Een koffie met melk, graag.
kezdjen tanulni
coffee
Coffee with milk, please.
de thee
Ik drink de thee liever dan de koffie.
kezdjen tanulni
tea
I prefer tea to coffee.
het water
Vergeet niet een fles water mee te nemen.
kezdjen tanulni
water
Don't forget to take a bottle of water with you.
de ontmoeting
Ik moet onze ontmoeting afzeggen.
kezdjen tanulni
meeting
I must cancel our meeting.
de auto
Waar kan ik een auto lenen?
kezdjen tanulni
car
Where can I rent a car?
de bus
De bus komt om 6 uur aan.
kezdjen tanulni
bus
The bus arrives at 6 o'clock.
de trein
Treinen zijn echt snel.
kezdjen tanulni
train
Trains are really fast.
het kaartje
Hoeveel kost een kaartje naar Londen?
kezdjen tanulni
ticket
How much is the ticket to London?
de taxi
Je zou een taxi nemen.
kezdjen tanulni
taxi
You should take a taxi.
de bagage
Waar is jouw bagage?
kezdjen tanulni
baggage / luggage
Where is your baggage?
het souvenir
Mijn zus wil wat souvenirs kopen.
kezdjen tanulni
souvenir
My sister wants to buy some souvenirs.
de papieren
Mijn vader heeft al zijn papieren verloren.
kezdjen tanulni
documents
My father lost all his documents.
het paspoort
Mag ik uw paspoort zien?
kezdjen tanulni
passport
Can I see your passport?
het geld
De gasten willen geld bij de geldautomaat opnemen.
kezdjen tanulni
money
The guests want to take some money from the ATM.
de portefeuille
Waar is jouw portefeuille?
kezdjen tanulni
wallet
Where is your wallet?
de politie
Bel de politie.
kezdjen tanulni
police
Call the police.
het werk
Mijn werk is erg interessant.
kezdjen tanulni
work
My work is very interesting.
het feest
Vandaag geven we een feest.
kezdjen tanulni
party
We're having a party today.
het deel
Het vliegveld bevindt zich in een ander stadsdeel.
kezdjen tanulni
part
The airport is located in another part of the city.
kleren
Ik moet m'n kleren wassen.
kezdjen tanulni
clothes
I must wash my clothes.
de hand
Waar kan ik mijn handen wassen?
kezdjen tanulni
hand
Where can I wash my hands?
het oog
Ik heb bruine ogen.
kezdjen tanulni
eye
I have brown eyes.
het gezicht
Ze heeft zo'n mooi gezicht.
kezdjen tanulni
face
She has such a beautiful face.
de hond
Ik ben bang voor honden.
kezdjen tanulni
dog
I'm afraid of dogs.
de kat
Wat een lieve kat!
kezdjen tanulni
cat
What a cute cat!

Kommentár közzétételéhez be kell jelentkeznie.