Eigenschappen - Attributes

 0    29 adatlap    Engnl1
letöltés mp3 Nyomtatás játszik ellenőrizze magát
 
kérdés válasz
duur
Dit hotel is duur.
kezdjen tanulni
expensive
This hotel is expensive.
te duur
Een taxi is te duur.
kezdjen tanulni
too expensive
A taxi is too expensive.
goedkoop
Ons hotel is goedkoop.
kezdjen tanulni
cheap
Our hotel is cheap.
slecht
De omstandigheden zijn slecht.
kezdjen tanulni
bad
The conditions are bad.
goed
De mensen zijn goed.
kezdjen tanulni
good
The people are good.
mooi
Wat een mooi meisje!
kezdjen tanulni
pretty
What a pretty girl!
lelijk
Hij is zo lelijk.
kezdjen tanulni
ugly
He's so ugly.
vies
Het toilet is zeer vies.
kezdjen tanulni
dirty
The toilet is very dirty.
schoon
De kamers zijn tamelijk schoon.
kezdjen tanulni
clean
The rooms are quite clean.
koud
Ik heb het koud.
kezdjen tanulni
cold
bijvoeglijk naamwoord
I'm cold.
warm
Neem mijn warme trui.
kezdjen tanulni
warm
Take my warm sweater.
snel
Ze rijdt snel.
kezdjen tanulni
fast
She drives fast.
langzaam
Ik hou van langzame melodieën.
kezdjen tanulni
slow
I like slow melodies.
vriendelijk
Iedereen is hier vriendelijk.
kezdjen tanulni
friendly
Everyone is friendly here.
onvriendelijk
Niemand is onvriendelijk.
kezdjen tanulni
unfriendly
Nobody is unfriendly.
honger hebben
Ik heb grote honger.
kezdjen tanulni
hungry
bijvoeglijk naamwoord
I'm very hungry.
dorst hebben
Ze heeft dorst.
kezdjen tanulni
thirsty
bijvoeglijk naamwoord
She's thirsty.
moe
Zelfs onze hond is moe.
kezdjen tanulni
tired
Even our dog is tired.
ziek
Ik ben ziek.
kezdjen tanulni
sick
I'm sick.
anders
Je ziet er anders uit.
kezdjen tanulni
different
You look different.
nieuw
Ik heb een nieuw souvenir gekocht!
kezdjen tanulni
new
I bought a new souvenir!
groot
Deze stad is zo groot.
kezdjen tanulni
big
This city is so big.
gelukkig
Ik ben zo gelukkig om jij te zien.
kezdjen tanulni
happy
I'm so happy to see you.
wit
Wolken zijn wit.
kezdjen tanulni
white
The clouds are white.
zwart
De koffie is zwart.
kezdjen tanulni
black
Coffee is black.
groen
Het gras is groen.
kezdjen tanulni
green
The grass is green.
rood
Rozen zijn rood.
kezdjen tanulni
red
Roses are red.
blauw
De hemel is blauw.
kezdjen tanulni
blue
The sky is blue.
geel
Het zand is geel.
kezdjen tanulni
yellow
The sand is yellow.

Kommentár közzétételéhez be kell jelentkeznie.