1. leiden
Drugs leiden tot problemen.
Vlijtig worden voor een werk zal leiden tot slagen.
Holland szótot„(leiden) készletekben:
Vaste voorzetsels 92. beperken
Denken is moeilijk, daarom beperken velen zich tot oordelen.
3. dwingen
dwing, dwingt, dwingen; dwong, dwongen; ik heb gedwongen
De politie zal jullie dwingen de kogels te vinden.
Holland szótot„(dwingen) készletekben:
Vaste voorzetsels 44. toelaten
We mogen niet toelaten dat deze problemen het project beïnvloeden.
Holland szótot„(toelaten) készletekben:
Vaste voorzetsels 6