De onvertalbare dingen - Untranslatable

 0    12 adatlap    Engnl1
letöltés mp3 Nyomtatás játszik ellenőrizze magát
 
kérdés válasz
hulpwerkwoorden gebruikt om een vraag te maken over handelingen in Present Simple
Wat doe je?
kezdjen tanulni
do, does
What do you do?
het hulpwerkwoord gebruikt om de toekomende tijd Future Simple te vormen
Zal je een beetje wijn drinken?
kezdjen tanulni
will
Will you drink some wine?
de verkorte vorm van "will"
We gaan/zullen in groepen werken.
kezdjen tanulni
ll
We'll = we will
We'll work in groups.
de verkorte vorm van "have"
Ik heb een probleem.
kezdjen tanulni
ve
I've got a problem.
de verkorte vorm van "has" of "is"
Wat is jouw telefoonnummer?
kezdjen tanulni
s
What's = what is (of "what has")
What's your phone number?
de verkorte vorm van "am"
Ik ben student.
kezdjen tanulni
m
I'm = I am
I'm a student.
de verkorte vorm van "are"
Graag gedaan.
kezdjen tanulni
re
You're = you are
You're welcome.
gebruikt om een duurvorm van een werkwoord te vormen (bijv. om de tijd Present Continuous te maken)
of "ik ben naar tv aan het kijken"
Ik kijk tv.
kezdjen tanulni
-ing
watching = watch + -ing
I'm watching TV.
ontkenning in Past Simple
het betreft alleen woorden die handelingen beschrijven
Ik heb je niet gezien.
kezdjen tanulni
didn't
didn't = did not
I didn't see you.
het woord dat een hoofdwerkwoord volgt en het met een infinitief verbindt
zoals "te" in het Nederlands
Ik wil iets zeggen.
kezdjen tanulni
to
I want to say something.
onbepaald lidwoord
Ik moet een kartje kopen.
kezdjen tanulni
an, an
I must buy a ticket.
bepaald lidwoord
Kan je de deur openen?
kezdjen tanulni
the
Can you open the door?

Kommentár közzétételéhez be kell jelentkeznie.