czasowniki nieregularne 8

 0    10 adatlap    Mariusz321
letöltés mp3 Nyomtatás játszik ellenőrizze magát
 
kérdés válasz
odejście/ odjechać
kezdjen tanulni
vertrekken, vertrok, vertrokken, is vertrokken
odnosić się
kezdjen tanulni
verwijzen, verwees, verwezen, heeft verwezen
znaleźć
kezdjen tanulni
vinden, vond, vonden, heeft gevonden
pytać
kezdjen tanulni
vragen, vroeg, vroegen, heeft gevraagd
myć
kezdjen tanulni
wassen, waste, wasten, heeft gewassen
ważyć
kezdjen tanulni
wegen, woog, wogen, heeft gewogen
wiedzieć
kezdjen tanulni
weten, wist, wisten, heeft geweten
wskazać
kezdjen tanulni
wijzen, wees, wezen, heeft gewezen
chcieć
kezdjen tanulni
willen, wou/wouden, heeft gewild
wygrać
kezdjen tanulni
winnen, won, wonnen, heeft gewonnen

Kommentár közzétételéhez be kell jelentkeznie.