→ Czasowniki Nieregularne 4 → A tanulás megkezdése / Letöltés MP3 Flashcards

kezdjen tanulni

kérdés		válasz
otrzymać/dostać kezdjen tanulni		krijgen, kreeg, kregen, heeft gekregen
móc, potrafić kezdjen tanulni		kunnen, kon, konden, heeft gekund
śmiać się kezdjen tanulni		lachen, lachte, lachten, heeft gelachen
pozwolić, zostawić kezdjen tanulni		laten, liet, lieten, heeft gelaten
czytać kezdjen tanulni		lezen, las, lazen, heeft gelezen
kłamać kezdjen tanulni		liegen, loog, logen, heeft gelogen
leżeć kezdjen tanulni		liggen, lag, lagen, geeft gelegen
zdawać się kezdjen tanulni		lijken, leek, leken, heeft geleken
iść kezdjen tanulni		lopen, liep, liepen, heeft/is gelopen
musieć kezdjen tanulni		moeten, moest, moesten, heeft gemoeten

czasowniki nieregularne 4